Duurzaamheid gaat over zaken als dierenwelzijn, diergezondheid, voedselveiligheid, milieu, natuur, energie, arbeidsomstandigheden, tegengaan van waterverspilling, recycling en het inzetten van bestendige energiebronnen. Het gaat over zuinig zijn op de omgeving met tot doel voorkomen dat natuurlijke hulpbronnen uitgeput raken en het klimaat ontregeld raakt. De productie van vlees heeft veel invloed op het milieu en klimaat en is dus in de basis niet duurzaam. De veehouderij is daarom een branche die sterk onder vuur ligt en steeds meer mensen vragen zich af of vlees eten eigenlijk nog wel kan.
Vee stoot gassen uit. En veel ook. De wereldwijde veeteelt is goed voor de uitstoot van zo’n 14,5% van alle broeikasgassen. De grootste ecologische voetafdruk komt veeteelt-technisch voor rekening van de koeien. Ze vreten, scheten, boeren en…poepen wat af met z’n allen. Bij de spijsvertering van deze herkauwers ontstaat methaan, dat is één van de broeikasgassen.
Om iets uit te stoten moet er natuurlijk eerst gegeten worden en al die koeien bij elkaar slobberen op een dag flink wat kilo’s voer en liters water naar binnen. Voor de productie van dat voer volstaat helaas geen zwiep met een toverstokje. Om te kunnen voorzien in de behoefte zijn water, land en energie nodig. Naast de productie van het vlees, hebben ook het vervoer, bewerking, opslag en verpakking ervan invloed op het klimaat.
Niet alle vleessoorten zijn even energieslurpend, zoals gezegd heeft rundvlees het grootste aandeel. De productie van kippenvlees is veel minder belastend voor het milieu. Dat komt doordat kippen minder eten dan groter vee, ook leven ze korter waardoor ze minder mest produceren.
Oke, de vleessector is dus niet erg duurzaam. Allemaal vegetariër worden dan maar? Nee hoor, zo drastisch hoeft het niet. Wat wel belangrijk is, is dat je bewust omgaat met vleesconsumptie. Eet minder vlees, van betere kwaliteit. Kwaliteit boven kwantiteit dus. Je hoeft niet elke dag vlees op het menu te zetten, maar als je het wel eet, zorg dan dat je het met smaak doet.
Dieren kunnen stress hebben, die ontstaat door bijvoorbeeld verveling in de stallen, onzorgvuldig transport en onvoldoende rust voor de slacht. Stress is niet goed voor een mens, ook niet voor een dier. De kwaliteit van het vlees gaat er zienderogen van achteruit. Door stress ontstaat adrenaline; het lichaam wordt in opperste staat van paraatheid gebracht. Een natuurlijke reactie is om te vechten of vluchten, daarvoor is energie nodig. Die wordt vrijgemaakt in de vorm van glucose in de spieren, die uiteindelijk wordt omgezet in melkzuur. En laten die spieren nou precies hetgeen zijn dat wij eten…
Wanneer er tijdens de slacht teveel glucose naar melkzuur wordt omgezet ontstaat zogeheten PSE vlees, dat is vlees dat bleek, zacht en vochtarm is. Het omgekeerde kan ook gebeuren. Wanneer het melkzuur alweer is afgevoerd resulteert dit in DFD vlees, dat is donker, stevig en droog. In beide gevallen kan je stellen dat het vlees van mindere kwaliteit is, dan vlees dat afkomstig is van vee dat onder minder stressvolle omstandigheden geslacht is. Het past dus niet binnen het concept van duurzame vleesconsumptie.
Maar hoe kom je dan aan dat duurzame, lekkere vlees?
Helemaal duurzaam zal de consumptie van vlees nooit worden, de dieren moeten nu eenmaal eten en drinken. Door te kiezen voor vlees dat afkomstig is uit je eigen land en liefst streek ben je goed bezig. Er zijn steeds meer bedrijven die transparantie bieden in hun productie. Een mooi voorbeeld is www.koopeenkoe.nl of www.koopeenkip.nl? Je schrijft je via een website in op een koe of kip, je kunt zien welk percentage al verkocht is en er is bekend waar het dier staat en wie de eigenaar is. Wanneer voldoende mensen zich hebben ingeschreven, wordt het dier geslacht. Ze worden naar het slachthuis gebracht en daar blijven ze dan nog minimaal een dag om de stress uit hun lijf te krijgen. Na slacht worden er pakketten gemaakt die diepgevroren worden bezorgd bij de mensen die zich hebben ingeschreven.
En dan hebben we natuurlijk ook nog voedselveiligheid. Want om vlees te laten passen in een gezond leefpatroon, moet je er wel goed mee om gaan. Rauw vlees kan besmet zijn met ziekmakende bacteriën zoals E. coli of Salmonella. Als je die binnenkrijgt, loop je voedselvergiftiging op en dat is geen pretje! Door het vlees goed te bakken, dood je deze bacteriën. Overdrijf dat bakken niet, want aangebrand vlees is potentieel kankerverwekkend.
Bewaar vlees secuur. Leg in de koelkast geen rauw product naast een gebraden stuk, want voor je het weet vieren de bacteriën feest op jouw met zorg bereidde maaltijd en word jij ziek. Vlees in de diepvries bewaren is ook een goed idee, de vitaminen die erin zitten zijn namelijk ongevoelig voor kou. Houd er dan wel rekening mee dat je het vlees niet tot in lengte der dagen in de vriezer laat liggen, 2 tot 3 maanden is een veilige termijn.
Al met al is de consumptie van vlees niet volledig duurzaam te maken en ook niet geheel zonder risico’s. Toch kan je het door er bewust mee om te gaan met een gerust hart eten.