Er zijn in totaal dertien verschillende soorten vitamines. Deze zijn onder te verdelen in 2 soorten: vier vetoplosbare vitamines en negen wateroplosbare vitamines. Onder de vetoplosbare vitamines behoren vitamine A, vitamine D, vitamine E en vitamine K. De vetoplosbare vitamines zitten voornamelijk in het vet van voedingsmiddelen en kunnen in de weefsels van het lichaam worden opgeslagen.
Onder de wateroplosbare vitamines behoren vitamine B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 (foliumzuur) en B12 en vitamine C. Deze vitamines zitten juist in het vocht dat in voedingsmiddelen zit. Het lichaam kan deze wateroplosbare vitamines (met uitzondering van vitamine B12) niet goed opslaan; een teveel verlaat het lichaam via de urine.